Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult [71]niet [meer] [72]dat stuurse volk zien, het volk, dat zo diep [73]van spraak is, dat men het niet [74]horen kan, van [75]belachelijke tong, hetwelk men niet verstaan kan. 71. Want de engel des Heeren zal hen ten dele verslaan, ten dele op de vlucht jagen; zie 2 Kon.19:35,36. 72. Of, wreed volk, of barbaars volk. Hebreeuws, gesterkt, verhard volk. Zie Deut.28:50; Richt.14:4, en Ps.114:1. 73. Hebreeuws, van lip, gelijK Gen.11:1; dat is, een volk, dat een onbekende spraak heeft. 74. Dat is, verstaan kan; zie Gen.11:7. 75. Zie hfdst.28 vs.11. Anders, van stamelende tong.